De laatste weken van het jaar zijn aangebroken. De periode waarin veel mensen denken: Nog even een flinke slag maken. Nog even knallen. Maar is dat wel verstandig?

Energiebeheer is voor veel professionals actueler dan ooit. Ik spreek regelmatig mensen die te lang doorgaan tijdens hun werkdag, terwijl hun energie al lang weg is. Ze werken door vanuit gewoonte, plichtsgevoel of omdat “het moet”. Het resultaat? Gebrek aan focus, verminderde productiviteit en vaak ook overprikkeling.

Maar hoe herken je dat je werkenergie op is?
Soms merk je het pas laat. Je werkt dan op de automatische piloot, zonder echte scherpte of plezier.


Herken je dit?

  • Je hebt geen puf meer en er komt weinig uit je handen.
  • Je voelt weerstand bij wat je aan het doen bent.
  • Je werkplezier is ineens verdwenen.
  • Je bent snel afgeleid door alles om je heen.
  • Je gedachten dwalen af en je mist focus.

Dit zijn duidelijke signalen dat je moet schakelen.

 

Wat kun je direct doen?

  • Neem een micropauze en ga even weg van je werkplek.
  • Loop een klein rondje; bewegen geeft direct nieuwe energie.
  • Ga naar buiten voor een korte wandeling.
  • Laat je werk bewust even los en pak het later weer op.
  • Geef jezelf toestemming om even niets te moeten.

 

Zelf wandel ik de laatste maanden elke middag in het bos. Zonder telefoon. Gewoon bewegen, frisse lucht en afstand nemen. Het effect is telkens hetzelfde: ik kom opgeladen terug, met nieuwe focus en rust.

Werkenergie managen is geen luxe. Het is een essentieel onderdeel van effectief werken. Niet harder, maar wijzer.

 

Wat ga jij doen zodra je voelt dat je energie op is?