Afgelopen week had ik een intakegesprek met Ruud ter voorbereiding op een training die hij geboekt had. Na afloop complimenteerde hij me over hoe soepel alles was verlopen: van zijn aanmelding tot het plannen van de training en het intakegesprek zelf. Ik bedankte hem voor het compliment en zei: “I practice what I preach.” 

Plannen en organiseren is voor mij vanzelfsprekend. Sterker nog: ik kan niet goed en prettig functioneren zonder structuur. Het is voor mij inmiddels een tweede natuur. Of het nu gaat om het uitwerken van een voorstel, het voorbereiden van een training of een etentje met een vriend, alles krijgt een plek in mijn agenda. 

“Dat doe ik ook,” hoor ik je misschien denken. Veel dingen plan je inderdaad vanzelfsprekend. Maar veel dingen ook niet. En als dat voor jou werkt, is dat natuurlijk prima. 

Wat ik heb geleerd, is dat ik mijn hoofd, en vooral mijn kortetermijngeheugen, niet wil gebruiken als archief. Bij alles wat ik doe, stel ik mezelf de vraag: “Wat is nu mijn eerstvolgende actie?” Dáár zit de sleutel. Want dát is wat ik vervolgens inplan. 

Door op die manier te werken, blijft mijn hoofd fris en helder. Ik ben meer in het hier en nu. En dat gun ik iedereen. 

Daarom: I preach what I practice.